Praktijkexamen
Iedereen die in het bezit is van een geldig rijbewijs B, mag auto rijden. Het B rijbewijs is levenslang geldig, maar er moeten wel twee examens voor behaald worden: een theorie-examen en een praktijkexamen. Deelnemen aan het theorie-examen kan vanaf 16 jaar. Het reserveren van de examendatum kan al enkele maanden daarvoor. Om praktijkexamen te kunnen doen moet u geslaagd zijn voor het theorie-examen. Het resultaat van het examen is een jaar en zes maanden geldig. Als u in het jaar voor de start van 2toDrive bent geslaagd voor het theorie-examen, wordt de geldigheid automatisch verlengd van 1 naar 1,5 jaar.

Het praktijkexamen voor de personenauto duurt 55 minuten. Hiervan is een kwartier beschikbaar voor een introductie en voor de toelichting op de uitslag achteraf. Je kunt je instructeur vragen om mee te rijden en bij het eindgesprek aanwezig te zijn. Dan leer je des te meer van het examen. Soms kan de instructeur uiteindelijk niet mee omdat bijvoorbeeld een examinator in opleiding voorrang krijgt.

Meenemen naar examen
Wanneer je deelneemt aan het praktijkexamen B moet je de volgende documenten overhandigen:

  • de oproepkaart;
  • een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs;
  • eventueel het adviesformulier van je tussentijdse toets;
  • het ingevulde formulier Zelfreflectie (per 1 januari 2008)

Nieuw onderdeel: Zelfreflectie
Voor het examen vult de kandidaat een vragenlijst in, bijvoorbeeld thuis of tijdens de rijlessen. Die lijst geeft hij aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt de antwoorden pas n? de examenuitslag en bespreekt samen met de kandidaat de antwoorden. Van belang hierbij is dat de kandidaat een realistisch beeld heeft van zijn eigen capaciteiten en beperkingen als automobilist. Zelfreflectie heeft als doel om het gedrag van de aspirant rijbewijsbezitter op een positieve manier te be?nvloeden. Het is echter geen vaardigheid en wordt daarom niet in de beoordeling meegenomen.

Nieuw onderdeel: Zelfstandig route rijden
Een kandidaat rijdt vanaf volgend jaar een deel van de examenrit zonder aanwijzingen van de examinator. Het 'zelfstandig route rijden' kan op drie manieren worden uitgevoerd:
- naar een vast en bekend co?rdinatiepunt rijden;
- meerdere routeopdrachten tegelijk (clusteropdracht);
- met behulp van een navigatiesysteem.
De examinator bepaalt vooraf hoe de kandidaat het onderdeel 'zelfstandig rijden' moet uitvoeren. Dit meldt hij de kandidaat aan het begin van de examenrit. Als er geen navigatiesysteem in de lesauto aanwezig is, of als de kandidaat er niet mee heeft leren werken, dan beperkt de keus zich tot de eerste twee varianten. Het zelfstandig rijden zal minimaal tien tot maximaal vijftien minuten van het examen in beslag nemen. De totale examentijd blijft hetzelfde. Het bereiken van het juiste eindpunt is overigens geen doel op zich, wel de wijze waarop de kandidaat zijn verkeerstaak uitvoert.

Drie co?rdinatiepunten
Elke examenplaats telt drie co?rdinatiepunten. Deze punten zijn bekend bij de rij-opleiders, zodat kandidaten hierop kunnen oefenen. Het zijn markante plaatsen, zoals een winkelcentrum, een park of een kerk. Het examen kan beginnen met het rijden naar een co?rdinatiepunt, maar kan er ook mee worden afgesloten. De kandidaat krijgt dan de opdracht om vanaf een co?rdinatiepunt terug naar de examenplaats te rijden.

Clusteropdracht
De clusteropdracht betreft een gedeelte van de route. Deze opdracht is altijd beperkt in lengte en zal ??n of meerdere keren herhaald worden om te checken of de kandidaat het begrepen heeft. Het is een nabootsing van de situatie waarin de bestuurder de weg vraagt aan een voorbijganger en vervolgens krijgt uitgelegd hoe hij naar de gevraagde locatie moet komen. De reeks van routeopdrachten zal bestaan uit minimaal drie en maximaal vijf opdrachten.

Navigatiesysteem
Navigatiesysteem is een verplichte onderdeel, de examinator kan hiervoor kiezen tussen een clusteropdracht of een navigatieopdracht. Het kan in principe op ieder moment in het examen worden toegepast. Het blijkt ook voor anderstalige kandidaten een oplossing te zijn, omdat navigatie meestal in verschillende talen is in te stellen.


Nieuw onderdeel: Bijzondere manoeuvres
Er is met opzet voor de term bijzondere manoeuvres gekozen om het verschil aan te geven met de huidige bijzondere verrichtingen. Het vernieuwde rijexamen kent drie bijzondere manoeuvres: een omkeeropdracht, een parkeeropdracht en een stopopdracht.
Omkeeropdracht
Bij de omkeeropdracht krijgt de kandidaat al rijdende te horen dat hij de weg in tegenovergestelde richting moet gaan volgen. De kandidaat kiest zelf de plaats en de wijze waarop hij keert. Hij kan dit doen via een halve draai, steken of een bocht achteruit. De kandidaat moet laten zien dat hij op basis van een goede inschatting van de verkeerssituatie tot een adequate oplossing komt.

Parkeeropdracht
De examinator kan ook kiezen voor een parkeeropdracht in een straat of op een parkeerterrein. Hierbij krijgt de kandidaat de opdracht om de auto zo dicht mogelijk bij een opgegeven locatie te parkeren. Dit kan bijvoorbeeld de ingang van een winkelcentrum zijn. Ook hier bepaalt de kandidaat zelf hoe hij de parkeeropdracht uitvoert.

Stopopdracht
Verder is een stopopdracht mogelijk. Daarbij moet de kandidaat zo kort mogelijk achter een ander voertuig stoppen, om aansluitend vooruitrijdend weer aan het verkeer deel te nemen. Dit kan zowel aan de linker- als rechterzijde van de rijbaan. Hierbij is het van belang dat de kandidaat een juiste inschatting heeft van de lengte van de neus van de auto.

Van deze drie kiest de examinator er twee. Daarnaast kan de examinator steekproefsgewijs de hellingproef laten uitvoeren.

Bij de uitvoering van de bijzondere manoeuvres is niet alleen het technische aspect belangrijk. Er wordt vooral ook gelet op de keuzes die daaraan vooraf gaan, zoals de plaats, het moment en de wijze waarop de kandidaat de opdracht uitvoert.



Nieuw onderdeel: Gevaarherkenning door situatiebevraging
Bij dit nieuwe onderdeel wordt de kandidaat na uitvoering van een verkeerssituatie gevraagd waarom hij dat op die manier heeft gedaan. Wat of hoe heeft de kandidaat de situatie opgelost en welke afwegingen heeft hij hierbij gemaakt? Het onderdeel wordt al v??r de verkeerssituatie aangekondigd. Zo wordt duidelijk dat het niets te maken heeft met het wel of niet goed uitvoeren van de verkeerstaak.

Nieuw onderdeel: Zelfreflectie
Voor het examen vult de kandidaat een vragenlijst in, bijvoorbeeld thuis of tijdens de rijlessen. Die lijst geeft hij aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt de antwoorden pas n? de examenuitslag en bespreekt samen met de kandidaat de antwoorden. Van belang hierbij is dat de kandidaat een realistisch beeld heeft van zijn eigen capaciteiten en beperkingen als automobilist. Zelfreflectie heeft als doel om het gedrag van de aspirant rijbewijsbezitter op een positieve manier te be?nvloeden. Het is echter geen vaardigheid en wordt daarom niet in de beoordeling meegenomen.

Nieuw onderdeel: Milieubewust rijgedrag
Voor een beter milieu en voor de eigen portemonnee is het belangrijk dat automobilisten milieubewust autorijden, dus volgens de principes van Het Nieuwe Rijden. Milieubewust rijgedrag wordt in het vernieuwde rijexamen als een afzonderlijk item beoordeeld. Hierbij wordt vooral gekeken naar het anticiperend rijgedrag, zoals het rijden met een constante snelheid en het maximaal gebruikmaken van het rollend vermogen van de auto. Dit draagt niet alleen bij aan vermindering van het brandstofgebruik, het heeft ook een positieve invloed op veilig rijgedrag.
Aan dit onderwerp wordt ook in het vernieuwde theorie-examen extra aandacht besteed.

Nieuw element niet beoordeeld
Het is voor het eerst dat het praktijkexamen een element bevat dat niet meeweegt in de eindbeoordeling. Dat komt omdat het weliswaar voor de verkeersveiligheid en het bewustwordingsproces van de kandidaat een heel belangrijk element is, dat tegelijkertijd moeilijk objectief in een examen te meten is.

Tussentijdse toets (TTT) aangepast
Vanaf 1 januari 2008 is de TTT aangepast aan het vernieuwde rijexamen. Het is tenslotte een proefexamen, dus de kandidaat wordt op het niveau van het vernieuwde rijexamen getoetst.

Geen overgangsperiode
Met ingang van 1 januari 2008 neemt het CBR alleen nog vernieuwde TTT's af. Dus ongeacht of er daarna een oud of vernieuwd examen volgt.
Vrijstelling
Als je v??r 1 januari 2008 een TTT hebt afgelegd en je hebt daardoor vrijstelling voor de bijzondere verrichtingen gekregen, dan geldt deze vrijstelling na 1 januari 2008 ook voor de bijzondere manoeuvres als je een vernieuwd rijexamen aflegt.

Diverse andere kosten:

1e praktijk examen CBR ? 220,00
CBR herexamen ? 205,00
Tussentijdse toetsing CBR ? 175,00
BNOR examen ? 220,00

In uw examen zijn de volgende kosten inbegrepen:
  • Huur lesauto tijdens examen
  • Geneeskundige verklaring (EV)
  • Examen geld CBR
  • Administratiekosten



  • het is gebruikelijk dat het aanvraag wordt verzorgd door de rijschool

    Website onderhoud, webhosting en domein registratie wordt verzorgd door DomeinHost